fk-0291-a-b-telephone-sets-after-by-bell-no-79621l-65773g-zie-1200 — Teylers Museum


Het patent voor de uitvinding van de telefoon staat op naam van Alexander Graham Bell (1847-1922). Met zijn octrooiaanvraag in 1876 was hij slechts een paar uur eerder dan de tweede uitvinder, Elisha Gray (1835-1901). De ‘Bell Telephone Company’ was daardoor in staat om de markt te veroveren. In beide ontwerpen wordt de luchttrilling van een stem omgezet in een variërende elektrische stroom. Het stemgeluid brengt een membraan in trilling waaraan een klein magneetje vastzit. De trillende magneet wekt in een spoel een inductiestroom op, die via een draad naar de ontvanger wordt geleid. Een omgekeerd proces brengt daar een membraan in trilling, die het opgenomen geluid weergeeft. Deze drie telefoons zijn volgens Bell’s ontwerp gemaakt. Een ervan is gesigneerd: “H. Meeuwig, instrument maker, Haarlem”.

Administration name

Fysisch Kabinet

Vertaalde titel

Three almost identical telephone sets, after Bell

Vervaardiger

[{'date_of_birth': u'', 'role': u'', 'qualifier': '', 'date_of_death': u'', 'creator': u''}]

Objectnummer

FK 0291 01

Opschrift

[{'reference': '..\\images\\Fysisch\\Gekoppelde afbeeldingen\\FK 0291-01.jpg'}]