ks-098-winterlandschap — Teylers Museum

1846


"Hoe vast en glad is die bevrozene vlakte, zoó dat ge geneigd waart er de kracht van te beproeven", schreef een tijdgenoot van Andreas Schelfhout bij het zien van één van diens ijsgezichten. Het geeft aan hoezeer men de natuurgetrouwheid van zijn winterlandschappen bewonderde. De schilder had zich dan ook gespecialiseerd in dit genre. Zozeer zelfs dat een ijsgezicht in de negentiende eeuw al spoedig een 'Schelfhoutje' werd genoemd.

Schelfhout was, naast B.C. Koekkoek, de belangrijkste landschapschilder van de Hollandse Romantiek. In de ons omringende landen hadden romantische landschapschilders een voorkeur voor grootse en meeslepende voorstellingen uit de natuur. De Hollandse Romantiek was in vergelijking daarmee eerder ingetogen van aard. Ook liet men zich hier inspireren door de beroemde landschapschilders uit de Gouden Eeuw. Juist de wat gemoedelijke uitstraling van de winter in Schelfhouts werk sprak de Nederlandse kunstliefhebber zeer aan. In de woorden van een tijdgenoot: "Alleen zoals Schelfhout de winter voorstelt, kunnen wij er vreugde in scheppen." Dat ook de werkwijze van de kunstenaar die lichtvoetigheid weerspiegelde, blijkt uit de uitspraak van een collega-schilder: "Ja, zie je, die man kan fluiten bij zijn werk!"