Gestrande potvissen in de collectie — Teylers Museum

Gestrande potvissen in de collectie

Blog door hoofd collectiebeheer Herman Voogd

Strandingen van walvisachtigen op de Nederlandse kust komen regelmatig voor. Maar dan gaat het meestal om bruinvissen of andere dolfijnachtigen. Maar een potvis (Physeter macrocephalus) zal men, op het strand, niet zo snel tegen komen. Toch is er dit jaar al een potvis van 30 ton aangetroffen op Vlieland. In 2016 strandden er 5 potvissen op het strand van het eiland Texel, maar er gaan ook jaren voorbij dat er geen potvisstrandingen zijn. Er zijn vanaf het jaar 1255 80 strandingen in Nederland geregistreerd. Voor kunstenaars was een dergelijke gebeurtenis vaak aanleiding om het op papier vast te leggen.

Gestrande potvis bij Berckhey, Hendrick Goltzius (1558-1617), N 080

In de kunstcollectie van het museum bevindt zich een tekening van Hendrick Goltzius (1558-1617) van een potvisstranding op 2 februari 1598 bij het, inmiddels door de zee verzwolgen, plaatsje Berkhey dichtbij Katwijk. Goltzius probeerde en realistische beeld te creëren maar plaatste de vin op een verkeerde plek op het lichaam, te dicht bij de bek. Het oog is te groot maar dat zou kunnen komen door het ontbindingsproces.
Misschien was de Delftse schilder Hans Jordaens de Oude ook op het strand aanwezig om schetsen te maken. Hij maakte een groot schilderij van het tafereel maar dat werk, voorheen in een museum te Kiev, is in de tweede Wereldoorlog verloren gegaan.

Potvisstranding, 1602, Jan Pietersz. Saenredam (1565?-1607), KG 02164 

Een latere afbeelding van een stranding van een potvis in de collectie van Teylers Museum is die van Jan Saenredam (1565 – 1607). Een ets met als titel Graaf Ernst Casimir van Nassau-Dietz bezoekt  de op 19 december 1601 gestrande potvis op het strand van Wijk aan Zee. De potvis ligt er redelijk intact bij maar rechtsboven is te zien dat er waarschijnlijk wel al sprake was van enige ontbinding. Ook de opmerking in de tekst “zijn opening tot diep in de ingewanden en zijn muil waaruit vocht en rijkelijk bloed vloeit” wijst daarop. Saenredam beeldt behalve de Graaf ook zichzelf uit, links van het midden staat hij te tekenen.

Gestrande potvis bij Wijk aan Zee, Jacob Matham (1571-1631), KG 02582

Dezelfde gebeurtenis te Wijk aan Zee wordt geëtst door Jacob  Matham (1571 – 1631) die voor de opbouw van zijn voorstelling te rade ging bij de afbeelding van de Potvis van Berkhey door zijn stiefvader, Hendrick Goltzius. De Latijnse tekst bij de prent, evenals op die van Saenredam, is geschreven door de Haarlems geschiedschrijver Theodorus Schrevelius (1572 – 1653). De drie verzen daaronder zijn van de Vlaamse kunstschilder en schrijver Karel van Mander (1548 – 1606).   

Potvis bij Noordwijk, Cornelis van Kittensteyn (1598-1652) (graveur), TvB G 1752

Deze ets van de Haarlemse prentkunstenaar  Cornelis van Kittensteyn (1597 – 1652) is gemaakt naar een grote tekening van Pieter Molijn (1595 – 1661). De strandding vond plaats 4 januari 1629 op het strand van Noordwijk. Te zien is dat maar weinig toeschouwers echt geïnteresseerd zijn in depotvis, want bijna niemand kijkt naar het beest. Anatomisch klopt er ook hier niet veel van; het dier is te klein ten opzichte van de omstanders en de kop is te smal.
Ook latere potvisstrandingen zijn door kunstenaars vereeuwigd maar die bevinden zich niet in de collectie van Teylers Museum.

Ik heb dankbaar gebruik gemaakt van het boekje Op het strand gesmeten, Vijf eeuwen potvisstrandingen aan de Nederlands kust (1992) onder redactie van Bert Sliggers, voormalig conservator van Teylers Museum.

Herman Voogd werkt sinds 1992 bij Teylers Museum. Hij is hoofd collectiebeheer van de wetenschappelijke collecties. Dit blog werd geschreven op 17 mei 2021.