Een prisma is een driehoekig stuk doorzichtig materiaal, vaak glas. Als een smalle lichtbundel op een prisma valt, verschijnt er achter het prisma een band van kleuren. Op deze manier ontdekte Isaac Newton dat wit licht is samengesteld uit meerdere kleuren. Deze verzameling van kleuren wordt het kleurenspectrum genoemd. Het verschijnsel ontstaat omdat elke kleur in het prisma op een verschillende manier wordt gebroken. Zo wordt het violette licht bijvoorbeeld sterker gebroken dan het rode licht. Prisma’s worden vaak gebruikt om licht te analyseren. Vanaf het midden van de negentiende eeuw nam de studie naar elektromagnetische spectra (spectografie) een grote vlucht. Een dergelijk spectrum kan met een prisma zichtbaar gemaakt worden. Door nauwkeurige bestudering van zo’n spectrum werd het mogelijk om meer over de samenstelling van gassen en sterren te weten te komen.