Van oudsher werd dit blad in het museum bij de tekeningen van Michelango bewaard als een zelfportret van de meester. Tegenwoordig wordt het echter toegeschreven aan Daniele da Volterra, een vriend en collega van Michelangelo. Daniele gebruikte het portret namelijk voor het hoofd van een apostel op het fresco van de Hemelvaart van Maria in de SS. Trinità dei Monti in Rome, waarschijnlijk kort na 1553 voltooid.
Te oordelen naar de arceringen in de tekening, die in de regel diagonaal lopen maar die hier horizontaal zijn, heeft Daniele het portret enigszins gekanteld om het in het fresco in te passen. Hij prikte hij de voorstelling vervolgens door op de contouren en andere belangrijke lijnen. Op deze manier kon de kop worden overgebracht op een andere ondergrond.
Gezien de goede toestand van het papier is het overigens niet waarschijnlijk dat de tekening daadwerkelijk is gebruikt om over te brengen op het natte pleisterwerk ten behoeve van de muurschildering. Vermoedelijk is het gebruikt als tussenstadium van studie naar het leven naar het definitieve levensgrote getekende ontwerp, ofwel karton. Michelangelo zal tussen de 73 en 78 jaar oud zijn geweest toen zijn vriend dit portret tekende.