Kopieën zijn van alle tijden, maar wat is het origineel? — Teylers Museum

Kopieën zijn van alle tijden, maar wat is het origineel?

Blog door conservator Jan Pelsdonk

Kopieën zijn er in vele soorten en maten, zoals onze archiefbeheerder Donna Plugge in een recente blog liet zien. Ook bij munten en penningen komen kopieën voor. In deze blog worden hiervan twee voorbeelden getoond, een uit 1806 en een uit 1658.

Vaak is een gekopieerde penning nagegoten, zoals het onderstaande voorbeeld laat zien. De originele penning is gemaakt door Joan Holtzhey (1726-1808). In dit geval toont de kopie – het exemplaar met de gladde keerzijde met gravering – minieme afwijkingen vergeleken met de originele penning; blijkbaar is de gietmal bijgewerkt of is een ander stempel gekopieerd. Wie de kopie heeft gemaakt is onbekend, maar dat het niet door Holtzhey is gedaan is duidelijk. Het gebrek aan kwaliteit van de portretzijde en de gravering op de keerzijde passen niet bij een penningmaker met de statuur van Holtzhey en daarnaast is het zilvergehalte van de kopie (79%) beduidend lager dan wat Holtzhey doorgaans afleverde (gemiddeld rond de 99%).

Anoniem, naar Joan Holtzhey, Overlijden van stadhouder Willem V. 1806, zilver, 36 mm (TMNK 02477

Joan Holtzhey, Intocht van stadhouder Willem V en zijn vrouw in Amsterdam. 1768, zilver, 36 mm (TMNK 02131)

Ook komt het voor dat penningen met de hand zijn gekopieerd. In dat geval is een kopie van een al bestaande afbeelding direct in een ijzeren stempel gegraveerd. Die techniek maakt het soms lastig om origineel en kopie van elkaar te onderscheiden, zoals de volgende afgebeelde penningen tonen. Ze herinneren aan de zeeslag bij Kronenborg (bij Helsingør, Denemarken). In 1658 werd tijdens de Vierde Noordse oorlog tussen Zweden en Polen, de vrije doorvaart door de Sont belemmerd, wat nadelig was voor de Oostzeehandel van de Republiek der Verenigde Nederlanden. Daarom rustte de Republiek een oorlogsvloot uit onder leiding van Jacob van Wassenaar van Obdam (1610-1665). Het lukte hem om een doorbraak te forceren. Zo’n belangrijk wapenfeit werd uiteraard op een penning vereeuwigd. In dit geval zelfs door twee medailleurs. Alleen had een van de twee blijkbaar weinig inspiratie.

Jurriaan Pool, Opening van de Sont. 1658, zilver, 46 mm (TMNK 00651)

Jeremias Hercules, Opening van de Sont. 1658, zilver, 46 mm (TMNK 00652)

Een van de twee penningen is duidelijk een kopie: de verschillen zijn te klein voor oorspronkelijk werk. Na productie verspreidden penning als deze zich vrij snel over verzamelaars in Europa. Die verzamelaars werden vaak bereikt via kleine pamfletten met reclame voor nieuwe penninguitgiften, die via een netwerk van boekdrukkers werden verspreid. Het zou kunnen dat de kopie naar een afbeelding op zo’n pamflet is vervaardigd.

Maar welke penning is nu het origineel, het exemplaar door Jeremias Hercules (±1623-1689) of door Jurriaan Pool (1618-1669)? De eerste was verbonden aan de Munt van Denemarken in Kopenhagen, de tweede was een zelfstandig medailleur in Amsterdam. De penningen zijn beide kort na de gebeurtenis gemaakt. De stempels van de voorzijde wijken slechts in detail van elkaar af. De penningen zijn gesigneerd op een stuk drijfhout, bijna midden onderaan. Het ene stuk met ‘G.P.’, het tweede met ‘IH’. Het valt op dat de penning door Hercules veel meer details bevat. Zo heeft het schip aan de rechterzijde, met de leeuwenvlag van de Republiek, een sierlijke dubbele wimpel terwijl deze op de penning door Pool veel stijver is. Het zinkende schip helemaal aan de linkerzijde valt bij Pool half buiten beeld en Hercules beeldt op de voorgrond nog een extra sloep af. Over het algemeen genomen is de compositie door Hercules veel beter uitgebalanceerd. Zijn mate van detaillering wordt door Pool – die overigens ook een getalenteerd stempelsnijder was – niet geëvenaard. Daardoor ziet het ernaar uit dat Pool de navolger is. Het is duidelijk dat Hercules de betere graveur was, maar het ligt minder voor de hand dat hij Pools voorbeeld heeft verbeterd.

De keerzijde van het stuk van Pool is wat simpel van uitvoering maar toont een aardig gedicht, mogelijk geschreven door Joost van den Vondel (die vaker penningwerk door Pool van een tekst heeft voorzien):

Zoo orlooght de baron,

Die d’ Zweden overwon,

En opende den mont

Der toegeslote Sont,

Niet zonder lijfgevaer;

Een eervoor Wassenaar,

En ’t vrye Nederlant.

Zoo houdt de vryheit stant

Jan Pelsdonk is sinds 2008 conservator van het numismatisch kabinet. Dit blog werd geschreven op 24 november 2020.