fk-0491-1-2-leyden-jars-2-or-3-2 — Teylers Museum


In een Leidse fles kan een elektrische lading enige tijd bewaard worden. De uitvinding ervan was revolutionair, omdat er dankzij deze opslag allerlei nieuwe experimenten konden worden gedaan. De Leidse fles is vernoemd naar de woonplaats van de natuurkundige Pieter van Musschenbroek, die in 1746 als eerste over deze vondst publiceerde. Het verhaal gaat dat hij de fles uitvond toen hij probeerde water te elektrificeren. Daarvoor vulde Van Musschenbroek een fles met water en stak door de kurk een metalen stang. Deze stang bracht hij in aanraking met een elektriseermachine, een opwekker van statische elektriciteit. Toen hij vervolgens met de fles in de ene hand, de metalen stang met zijn andere hand aanraakte, kreeg hij een enorme schok. Deze was zo groot, dat Pieter aan een collega schreef de proef nooit meer te willen herhalen. Snel daarna ontstond de vorm van de Leidse fles zoals we die nu kennen. Zowel de binnen- als de buitenkant is bekleed met metaalfolie. Omdat glas niet geleidt, werkt het als een isolator. Aan de bovenkant van de fles zit een bolvormige elektrode die in verbinding staat met het metaalfolie aan de binnenkant (soms werd ook nog wat los ijzervijzels in de fles gelegd). Via de bol kan lading worden afgenomen of toegevoerd. Twee van de hier getoonde drie flessen maken vermoedelijk deel uit van de partij van maar liefst 135 Leidse flessen die van Marum in 1785 liet maken voor zijn experimenten met de grote elektriseermachine [Zie de instrumentenzaal 508]. Eén exemplaar hoort bij de ‘maatflesch’ elders in deze kast. [554].

Administration name

Fysisch Kabinet

Vertaalde titel

Leyden jars

Vervaardiger

[{'date_of_birth': u'', 'role': u'', 'qualifier': '', 'date_of_death': u'', 'creator': u''}]

Objectcategorie

elektriciteit

Opschrift

[{'reference': '..\\images\\Fysisch\\Gekoppelde afbeeldingen\\FK 0491.jpg'}]