Het veelzijdige restauratievak in ons prachtige museum — Teylers Museum

Het veelzijdige restauratievak in ons prachtige museum

Blog door papierrestaurator Nadia Kersten-Pampiglione

In het museum wordt het precieze werk in het papierrestauratie-atelier afgewisseld met een diversiteit aan andere werkzaamheden. Hoe divers dit is valt te lezen in de volgende aflevering van Teylers Magazijn, waarin Robien van Gulik, het hoofd van de afdeling restauratie en conservering, wordt geïnterviewd. In deze blog wil ik nader ingaan op hoe wij in het museum omgaan met calamiteiten.

Stel dat er een calamiteit plaats zou vinden in het museum. Dat zou afschuwelijk zijn, maar het kan wel realiteit worden, bijvoorbeeld omdat het museum zich onder het NAP-niveau bevindt. Niet alle calamiteiten zijn groot, maar een ongeluk zit in een klein hoekje. Het is een uitdaging om van tevoren al na te denken over hoe calamiteiten het hoofd geboden kunnen worden. Omdat het museum een rijkgevarieerde collectie heeft, zijn de plannen divers.

Om beter voorbereid te zijn op calamiteiten rond de collectie, is in het museum een CHV-team (CHV staat voor Collectie HulpVerlening) actief. Robien van Gulik leidt dit team. We oefenen geregeld. Soms ook met de brandweer, die het altijd leuk vindt om te oefenen in het oude pand. Ook de lieden van de vrijwillige brandweer komen graag oefenen. Daarvoor worden verschillende scenario’s gemaakt, zoals brand en rook.

Calamiteiten kunnen zeer divers van aard zijn, zoals een aanval op een schilderij met een mes, een spuitbus met chemicaliën of verf, of problemen door wateroverlast. Water is misschien wel het gevaar dat het museum het meeste bedreigt, omdat het op veel plaatsen aanwezig is. Daarbij kan worden gedacht aan een lekkende radiator of een zware regenbui in combinatie met veel wind en een dak vol bladeren. De mogelijkheid van waterlekkage op een onverwachte plek is altijd aanwezig, en de gevolgen hiervan zijn natte boeken, schilderijen, instrumenten en andere objecten waaronder niet in de laatste plaats het oude pand zelf. De technische dienst besteedt veel aandacht aan controle en onderhoud van het gebouw – zowel aan de buiten- als de binnenkant – om problemen zo veel mogelijk voor te zijn.

Andere voorbeelden van calamiteiten zijn een bezoeker die per ongeluk tegen een object stoot, een object dat per vergissing wordt aangeraakt of een omgevallen boom. Ook een gebeurtenis bij de buren kan invloed hebben op het museum. Zo was er een aantal jaar geleden een brand in de Appelaar-parkeergarage. Naast het mogelijke gevaar van een ondergrondse explosie, was de grootste zorg de zwarte, verstikkende rook die uit de garage kwam. Alle ventilatiesystemen in het museum moesten worden afgesloten om te voorkomen dat de zure en giftige rook binnen zou komen en zou neerslaan op de collectie.

De lijst van onverwachte situaties is lang en door te oefenen blijven we alert. Samen oefenen gaat door de corona-tijd, waarin we zo veel mogelijk vanaf huis werken, uiteraard anders. De afgelopen oefening was vooral schriftelijk en gericht op breed denken en verschillende elementen samen tot een geheel te brengen. De locatie was de Opkamer van de bibliotheek.


De Opkamer

Ook moest er fysiek werk worden verzet. De oefening gaf ons een goede kans om een langere periode in de Opkamer te zijn en de boekenkasten eens goed bestuderen. Mijn opdracht was om een inschatting te maken van de hoeveelheid boeken, zowel beneden als boven. Daarbij was het niet voldoende om kasten en planken te tellen. De kasten zijn namelijk met de hand gemaakt en hebben verschillende breedtes. Sommige planken hebben geen staande - maar liggende boeken, soms zijn er geen boeken of kleine grijze doosjes met iets erin en soms is een plank gevuld met een dubbele rij boeken.

Alleen door te meten en te tellen kan een goede berekening worden gemaakt. Hieronder een voorbeeld van een van de overzichten.

Daarnaast zijn er de losse kasten, zoals de Boudewijn Büch-kast die is gevuld met zowel boeken als driedimensionale objecten. De meubelkast in het midden van de ruimte is eveneens bestudeerd: deze herbergt veel grote horizontaal liggende boeken. Verder zijn er ook andere meubels aanwezig, zoals een platte vitrinekast, een bureau, stoelen en een ladekast.

De oefening leerde, dat er ongeveer 1 km boeken in de Opkamer staat. Er is 50 kuub nodig om die boeken op te slaan in speciale dozen, inpakken zou zo’n 2,500 uur werk (circa 2 weken werk voor 4 personen). Dit is exclusief de tijd nodig zou zijn om de dozen naar beneden te brengen, door het museum te verplaatsen en in een opslag buiten het museum te bergen. Het was een leuk project om uit te vogelen samen met het CHV-team. Dankzij deze opdracht weten we nu beter wat we hebben en wat de mogelijkheden zijn die we hebben bij een calamiteit in de Opkamer.

Papierrestaurator Nadia Kersten-Pampiglione werkt sinds 1988 bij Teylers Museum. Ze schreef dit blog op 7 december 2020.