Kaurischelp afkomstig uit het in 1738 vergane VOC-schip Reigersbroek.

Deze kaurischelpen zijn gevonden op het strand bij Domburg (Zeeland) en zijn afkomstig van het in 1738 ter hoogte van Westkappele gezonken VOC-schip De Reygersbroek, dat op weg was van Indië naar de Nederlanden. De latijnse naam van deze schelpen heeft het woord moneta (muntstuk) in zich, wat aangeeft dat ze als betaalmiddel werden gebruikt. Kaurischelpen worden gevonden in het tropisch deel van de Indische en Stille Oceaan. Het feit dat de schelpen niet overal voorkomen, makkelijk waren te vervoeren en duurzaam zijn, maken ze zeer geschikt als betaalmiddel. Kauri's werden reeds 3000 jaar geleden in China gebruikt als een vorm van geld. De VOC transporteerde grote hoeveelheden kaurischelpen als ballast aan boord van Oostindiëvaarders naar Nederland. Hier veilde de Compagnie de kauri's, opkopers waren slavenhandelaren (met name de Westindische Compagnie), die ze als ruilmiddel gebruikten in West-Afrika. Op het hoogtepunt van deze handel was Amsterdam de markt voor kauri's en waren er grote pakhuizen te vinden voor de opslag van deze schelpen. Een schip met 500 tot 600 slaven kon in de eerste helft van de 18de eeuw met ongeveer 12.000 -14.000 kauri's worden betaald.