Schedelkapje van de Pithecanthropus erectus (javamens) — Teylers Museum

Schedelkapje van de Pithecanthropus erectus (javamens)


Van 1899 tot 1940 was Egène Dubois conservator paleontologie en mineralogie van Teylers. Door Darwin raakte hij gefascineerd door het idee dat de mens van de aap zou afstammen. Op zoek naar de ‘missing link vond hij in 1890 bij een opgraving op Java het schedelkapje, een dijbeen en een kies van de Pithecanthropus erectus. Aapachtige en menselijke kenmerken leken in deze vroege menssoort samen te komen. Met een schedelkapje kon hij berekenen dat dit individu bijna de dubbele herseninhoud had van de mensapen, maar veel minder dan de moderne mens. Daarbij liep dit wezen ook nog rechtop. Dubois had een overgangsvorm tussen aap en mens gevonden. Zijn vondsten bleven lang omstreden, maar tegenwoordig is het zeker dat het de resten van een Homo erectus betreft, voorloper van de moderne mens. Volgens moderne inzichten stamt de mens niet van de apen af, maar delen beiden een gemeenschappelijke voorouder die tien miljoen jaar geleden in Afrika leefde. Lange tijd bewaarde Dubois de drie fossielen in een kluis op zijn werkkamer. Na zijn overlijden eiste de Staat ze op en belandde de Javamens in het tegenwoordige Naturalis. Als herinnering aan Dubois en zijn baanbrekend onderzoek liggen er nu nog drie replica’s.