fk-0376-stereoscope-brewster — Teylers Museum


Met behulp van een stereoscoop kun je twee platte (tweedimensionale) afbeeldingen als één beeld bekijken. Hierdoor ontstaat de illusie van een ruimtelijk, driedimensionaal beeld. De eerste stereoscoop werd in 1832 bedacht door de Engelse natuurkundige Sir Charles Wheatstone [Zie 331]. Het principe berust op het feit dat de waarneming van een beeld niet hetzelfde is voor beide ogen. Als we naar een voorwerp kijken, ziet het linkeroog dit vanuit een ander perspectief dan het rechteroog. Dit verschil in waarneming is de reden waarom we afstanden kunnen inschatten en diepte en reliëf kunnen waarnemen. De eerste stereoscoop werkte met behulp van spiegels, die twee speciaal daarvoor gemaakte tekeningen als één beeld naar de ogen zond. In 1849 bedacht David Brewster een variant met twee lenzen. Om de optische illusie niet te verstoren was het noodzakelijk dat de lenzen exact dezelfde afwijking aan de lichtstralen gaven. Daarom vervaardigde Brewster de twee lenzen uit één dubbelbolle lens.

Administration name

Fysisch Kabinet

Vertaalde titel

Stereoscope, after David Brewster (1849)

Vervaardiger

[{'date_of_birth': u'', 'role': u'', 'qualifier': '', 'date_of_death': u'', 'creator': u''}]

Objectnummer

FK 0376

Opschrift

[{'reference': '..\\images\\Fysisch\\Gekoppelde afbeeldingen\\FK 0376.jpg'}]