Een ivoren snavel — Teylers Museum

Een ivoren snavel

Blog door junior conservator wetenschap Moed de Vries

Sinds 1944 zijn er geen ‘confirmed sightings’ meer van de Ivory-billed Woodpecker, of ivoorsnavelspecht, gedaan. Sindsdien hebben veel vogelaars zich ontzettend ingespannen om de soort te observeren, door diep de moerassen in te trekken op wekenlange expedities. Er zijn dan ook wel meldingen gedaan door vogelaars die menen de specht gezien te hebben, maar dit zijn geen confirmed sightings. Dit betekent dat bij de melding niet voldoende bewijs is geleverd, in de vorm van bijvoorbeeld beeldmateriaal, om het een geldige registratie te maken. De vogel werd voor het eerst beschreven door de Engelse reiziger-naturalist Marcus Catesby (1683-1749) in 1731. Hij benoemde in zijn summiere beschrijving de bijnaam ‘Carpentor’ die de Spanjaarden hem gaven, vanwege de enorme ravage die de vogels in korte tijd met hun snavels aan konden richten (emmers vol houtsnippers).

Marcus Catesby

Enkele weken geleden haalde de United States Fish and Wildlife Service (USFWS) het nieuws door de soort officieel tot uitgestorven te verklaren. Andere autoriteiten op dat gebied, zoals het IUCN, houden het nog op ‘critically endagered’. Enkele (weinige) ornithologen willen de droom nog niet opgeven, maar reële hoop dat er nog ivoorsnavelspechten leven is er niet. In 2005 was er een opleving van deze hoop, in een wazige video van vier seconden zou een ivoorsnavelspecht in vlucht te zien zijn. De vogel die op deze video te zien is wordt inmiddels geïdentificeerd als Pileated Woodpecker, een soort die veel op de ivoorsnavelspecht lijkt in vlucht én vederkleed, maar iets kleiner is en een andere tekening heeft op de kop. Deze soort komt gelukkig nog veel voor in Noord-Amerika.

John James Audubon (1785-1851) uitte bij deze veelvoorkomende soort zorgen over bedreigingen: “Even now, when several species of our birds are becoming rare, destroyed as they are, either to gratify the palate of the epicure, or to adorn the cabinet of the naturalist, the Pileated Woodpecker is every where to be found in the wild woods, although scarce and shy in the peopled districts.” Maar beschreef ook de ivoorsnavel als ‘abundant’. Hij vermeldt de gretigheid van reizigers om twee of drie ivoorsnavelspechtenhoofden te kopen voor 25 dollarcent. Ook bij oorspronkelijke Amerikanen was de specht, of waren delen ervan, populair als onderdeel van de cultuur. De opvallende witte snavels en rode kuif werden gebruikt om o.a. riemen te versieren. Catesby schreef hierover dat de vogels door oorspronkelijke Canadezen, in wiens leefgebied de vogel niet voorkwam, voor soms wel drie hertenvellen van oorspronkelijke Amerikanen werd gekocht. Archeologische opgravingen bevestigen dat delen van de vogel ver buiten zijn leefgebied gebruikt werden, en er dus in werd gehandeld.

Bij de ivoorsnavelspecht waren het niet de epicuristen, oorspronkelijke bewoners of verzamelaars, die hem uiteindelijk de das om deden. Dat was, zoals bij zoveel soorten, het verdwijnen van zijn natuurlijke leefgebied. Veel van de uitgestrekte moerasbossen rondom de Mississippi zijn gekapt en zijn zo drastisch in omvang afgenomen. De ‘Lord God bird’ verloor zo zijn paradijs. Deze bijnaam kreeg hij volgens de overlevering van Teddy Roosevelt, die bij het zien zou hebben geuit ‘Lord god, what a bird!’. Audubon noemde de vogel liever een ‘Vandyke’, omdat de kleurstelling hem zo deed denken aan de werken van de oude meester Antoon van Dyck.

De platen van beide spechten zijn t/m 9 januari te zien in de tentoonstelling Vogelpracht. De werken van Audubon en Catesby zijn altijd volledig online door te bladeren. Catesby en Audubon: Ivory-billed Woodpecker en Pileated Woodpecker.

John James Audubon

Moed de Vries werkt sinds 2020 als junior conservator wetenschap in Teylers Museum. Deze blog werd geschreven op 1 november 2021.