Eieren in overvloed — Teylers Museum

Eieren in overvloed

Blog door junior conservator wetenschap Moed de Vries

Eén ei is geen ei, twee ei is een half ei, drie ei... Vandaag de dag eten we bij hoge uitzondering eens een kwartel- of eendenei, maar toch vooral het kippenei staat op ons menu. En tijdens Pasen natuurlijk: het chocolade-ei. Wat eieren met Pasen te maken hebben heeft verscheidene oorsprongen. Het schilderen wordt verklaard vanuit de overvloed aan eieren die er na de katholieke vastenperiode was; de oude eieren werden dan gebruikt als versiering. Het eieren zoeken kan te maken hebben met de vruchtbaarheid die het ei vertegenwoordigd; er werd een ei in het veld gelegd om een goede oogst te stimuleren. Eieren zijn zo op verschillende manieren onlosmakelijk met Pasen verbonden.

In het boek Die Eier der europaeischen Voegel nach der Natur gemalt uit het midden van de 19e eeuw staan ook veel eieren afgebeeld. Friedrich W.J. Baedecker (1787-1865) tekende in dit prachtige boek, dat Teylers Museum in de collectie heeft, de eieren van Europese vogels. Nu zullen dit niet alle eieren van alle vogels zijn, maar hij komt een aardig eind. De afbeeldingen zijn extreem gedetailleerd en het boek bevat per soort meestal verschillende afbeeldingen van een ei, zodat de liefhebber beter kan inschatten of hij een ei van een bepaalde vogel te pakken heeft. Daarnaast staat er ook kort de nestbouw van de vogel bij beschreven. Dit werk is de voornaamste factor waardoor we Baedeker hebben onthouden, die verder geen bijzonder beroemde natuurwetenschapper was. De meer dan tachtig pagina’s vol eieren, van lichtgroen tot spierwit tot gestippeld zien er erg vrolijk uit en dragen een besef van de biodiversiteit in Europe met zich mee. 

Baedeker was een apotheker in Duitsland, die zich naast zijn apothekerswerk dus bezighield met natuurliefhebberij. Hij droeg bij aan het Journal für Ornithologie, waarvoor hij ook vooral eieren en vogels tekende. Baedeker was een ontzettende perfectionist; hij verbrandde werk waar hij ontevreden over was. Pas als hij het gevoel had dat er niets meer te verbeteren was aan zijn tekening, stuurde hij het op of vond hij het geschikt voor zijn boek. Hij verzamelde zelf toegewijd zijn eieren, er zijn hem exemplaren uit Noord-Amerika, Lapland en Finland opgestuurd door zijn connecties. Om aan eieren van de verscheidene Europese vogels te komen moest hij natuurlijk ook eieren zoeken, hij organiseerde zelfs trips voor ornithologen om de nesten van zeldzame vogels te vinden. Dit alles leidde tot een indrukwekkende, nauwkeurig gedetermineerde en geclassificeerde eierverzameling, die in zijn tijd veelgeprezen was. Eieren zoeken was Baedeker dus niet vreemd, maar of hij zelf ooit een paasei geschilderd heeft...

Die Eier der europaeischen Voegel nach der Natur gemalt. Mit einer Beschreibung des Nestbaues gemeinschaftlich bearbeitet mit L. Brehm und W. Paessler, Friedrich W.J. Baedeker, 1855-1863

(Bron voor het grootste deel van de biografische informatie is de wikipedia-pagina van Friedrich W.J. Baedeker)

Moed de Vries werkt sinds 2020 als junior conservator wetenschap in Teylers Museum. Deze blog werd geschreven op 10 april 2020.