Kerstvlucht van de Pelikaan — Teylers Museum

Kerstvlucht van de Pelikaan

Blog door conservator Jan Pelsdonk

De uitvinding van de stoommachine maakte de mens minder afhankelijk van de wispelturige windkracht. Dat had tot gevolg dat het veel eenvoudiger werd om het contact tussen Nederland en Nederlands-Indië te onderhouden. De reis die in de tijd van de Verenigde Oostindische Compagnie wel een jaar kon duren, werd aanzienlijk verkort. In de twintigste eeuw zorgde de uitvinding van een machine om de mens te laten vliegen voor nieuwe mogelijkheden. De eerste periode in het bestaan van de Koninklijke Luchtvaart Maatschappij (KLM, opgericht in 1919) was een vliegreis nog een bijzonder avontuurlijke onderneming. Geregeld werden grenzen verlegd, zoals in 1933, toen werd geprobeerd om in een recordtijd Batavia te bereiken.

In een tijdsbestek van dertien dagen – van 18 tot en met 30 december 1933 – vloog KLM-toestel de Pelikaan (voor de liefhebbers: een vliegtuig van het type Fokker XVIII, met als registratienummer PH-AIP) niet alleen naar Batavia (Jakarta, waar het op 22 december arriveerde, een vlucht van 100 uur en 35 minuten), maar kwam het ook weer heelhuids aan op luchthaven Schiphol. Met aftrek van drie rustdagen, was de afstand dus in iets minder dan vijf dagen te overbruggen.

De bemanning bestond uit gezagvoerder Iwan Smirnoff (1895-1956), piloot Piet Soer (1903-1935), radiotelegrafist (en verzetsheld) Cornelis Beukering (1905-1945) en werktuigkundige Josephus Grosfeld (1901-1991). De landing op Schiphol was rechtstreeks op de radio te volgen. In de tijd die daarop volgde werden de bemanningsleden als helden beschouwd. Hun daad werd vereeuwigd op vlaggetjes, borden, bekers en posters. Ook is deze bijzondere gebeurtenis op een penning vereeuwigd.

De penning toont het jaar van de gebeurtenissen, 1933, maar is ongetwijfeld pas in 1934 gemaakt. Mogelijk is het deze jaarwisseling waardoor de penning is ontsnapt aan de aandacht van Zwierzina, de samensteller van de catalogus met penningen door de firma Begeer. De penning is namelijk door Eduard Hüttl (circa 1893-1938) bij de firma Begeer gemaakt. De voorzijde van de penning toont de tocht van Nederland naar Nederlands-Indië, gemarkeerd op een globe, daarboven vliegt een pelikaan, onderaan jaartal, langs de rand hulstblaadjes. Op de keerzijde is een opkomende zon afgebeeld, met daarboven de handtekeningen van de vliegers in een bewolkte lucht.

De vliegreis was een mooi staaltje van het kunnen in die dagen. En de lading? Die bestond vooral uit poststukken vanuit Nederland en bestemd voor Nederland, die alleen even in Batavia moesten worden gestempeld ten behoeve van Nederlandse postzegelverzamelaars.

 

Eduard Hüttl, Kerstvlucht van de ‘Pelikaan’ van Holland naar Nederlands-Indië in 1933. 1934, brons, 41 mm (TMNK 03954)

Jan Pelsdonk is sinds 2008 conservator van het numismatisch kabinet. Dit blog werd geschreven op 30 december 2021.