Teylers Ontmoet
12 februari 2017, 14:00 - 16:00
Teylers Ontmoet dieren
Teylers Museum organiseert in samenwerking met Athenaeum Boekhandel Haarlem een reeks middagen vol interviews met auteurs van recent verschenen boeken over geschiedenis, reizen en natuurwetenschap. De interviews worden afgenomen door Alexander Reeuwijk, publicist en schrijver van reisverhalen en natuurhistorische werken, en filosoof en schrijver Norbert Peeters. Teylers Ontmoet vindt iedere tweede zondag van de maand plaats in de historische Gehoorzaal van Teylers Museum.
Teylers Museum ontvangt deze dag de volgende gasten:
- Jelle Reumer – Kijk waar je loopt!
- Kees Moeliker – De kloten van de mus
- Menno Schilthuizen – Waarom zijn er zoveel soorten
Kosten
Voorverkoop: 8 euro (incl. koffie/thee in de pauze), op de dag zelf 10 euro. Kaarten zijn via deze site (bovenaan de pagina) of via de Athenaeum Boekhandel aan de Gedempte Oude Gracht 70 in Haarlem. Op de dag zelf kun je een kaartje kopen in het museum. Wil je na afloop van de lezing het museum in? Koop dan ook een toegangsbewijs voor het museum.
Programma zondag 12 februari 2017
Inloop: 13.30 uur
Aanvang: 14.00 uur
Einde: 16.00 uur
Jelle Reumer – Kijk waar je loopt! (Historische Uitgeverij)
In zijn vorige boek ‘Wildpark Rotterdam’ (Historische Uitgeverij, 2014) opende Jelle Reumer onze ogen voor de levende natuur in de stad. Ditmaal neemt hij ons verder mee terug in de tijd. Met Reumer als gids verkennen wij de stoepen, drempels, bordessen en vensterbanken op zoek naar fossielen uit vervolgen tijden. In ‘Kijk waar je loop!’ roept hij de lezer op om aandacht te krijgen voor het paleontologisch openluchtmuseum genaamd de stad. Naast oude stadscentra leidt deze fossielenjacht ons ook door moderne winkelcentra zoals de ‘netvliestergende architectonische wanprestatie’ Hoog Catharijne. In de reis door de tijd maken wij kennis met miljoenen jaren oude brachiopoden, bekersponsen, ammonieten, belemnieten en andere tropische zeebewoners.
Kees Moeliker – De kloten van de mus (Uitgeverij Nieuw-amsterdam)
Hoewel de hoofdtitel en de omslag anders doen vermoeden, staat het klokkenspel van onze gevederde vriend niet centraal. Moeliker meldt de lezer in de inleiding al dat slechts vier van de meer dan honderd stukjes over de huismus gaan (en daarvan drie over z’n zaakje). Wat schotelt hij ons wel voor? Het mag geen geheim zijn dat deze bioloog een neus heeft voor bizarre verhalen. Dat bewijst hij ook in dit boek door de lezer mee te nemen langs de nieuwe aanvullingen in het rariteitenkabinet ‘dode-dieren-met-een-verhaal’ van het Natuurhistorisch Museum in Rotterdam. Maar dit boek is meer dan een verzameling biologische curiositeiten. Via zijn bijzondere observaties leren wij een bezielde bioloog kennen met een niet-aflatend oog voor detail.
Menno Schilthuizen – Waarom zijn er zoveel soorten (Uitgeverij Atlas Contact)
Het zijn vragen die we ons allemaal wel eens in ons leven afvragen: Hoeveel planten- en diersoorten zijn er op de wereld? Zijn ze allemaal nodig? Wat als er soorten uitsterven? En zijn alle soorten met elkaar verbonden? Helaas blijven de meesten de antwoorden schuldig. Gelukkig zijn er ook mensen die deze vragen wél weten te beantwoorden en het ook nog eens in heldere taal op kunnen schrijven. Een van hen is bioloog Menno Schilthuizen. In zijn boek Waarom zijn er zoveel soorten? Gaat hij in op deze en veel meer vragen rondom evolutiebiologie, aan de hand van onder andere zijn eigen achtertuin. Hoeveel verschillende soorten leven er eigenlijk in de achtertuin? En leven diezelfde soorten ook bij de buren?