Achromatische microscoop, naar Harmanus van Deijl (1766), (368)
Een groot probleem in de zeventiende eeuw was, dat optische instrumenten waarbij lenzen werden gebruikt last hadden van kleurschifting. Hierdoor ontstond een onscherp beeld en vond vooral langs de randen van het beeld verkleuring plaats.

Omstreeks 1757 vond de Engelse instrumentenmaker John Dollond de oplossing voor dit probleem. Hij vervaardigde een lens waarin twee glassoorten waren verwerkt: flintglas en kroonglas. Deze zogeheten achromatische lens maakte een einde aan de kleurschifting bij lenzensystemen.

Jan en Harmanus van Deijl waren in 1766 de eersten in Nederland die Dollonds vinding met succes wisten te kopiëren. Harmanus bedacht vervolgens een microscoop waarin de achromatische lens was verwerkt. In 1806 werd Van Deijls achromatische microscoop voor het eerst op de markt gebracht.

Dit exemplaar uit 1808 is een samengestelde microscoop, wat betekent dat hij uit meer dan één lens bestaat. De achromatische lens bevindt zich onderin de verticale microscoopbuis.